Terugblik JOP-inspiratiedag | Jongeren in cijfers en letters

Op 5 februari 2024 sloten we aan bij de inspiratiedag van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP). Op de inspiratiedag werd de vijfde editie van de staat van de jeugd voorgesteld. Dat zijn de resultaten van een grootschalige bevraging bij jongeren in Vlaanderen en Brussel over hun leefwereld. De staat van de jeugd wordt om de vijf jaar uitgegeven.

Deze staat van de jeugd wordt thematisch opgedeeld:

  • Welbevinden en mentale gezondheid

  • School en werk

  • Vrije tijd en media

  • Jongeren en hun vrijwillig engagement

  • Jongeren en politiek

  • Slachtofferschap, hulpzoekgedrag en daderschap

KeKi als expert in twee panels

Tijdens de inspiratiedag werden de basiscijfers gedeeld. Dit zegt ons iets over hoe het gaat met kinderen en jongeren van 12 tot 25 jaar en welke actuele noden en ontwikkelingen er zijn. Daarna werd er in parallelle sessies ingezoomd op verschillende thema’s. In twee sessies nam ook KeKi het woord.

In de sessie rond sociale ongelijkheden deelde Fleur Van Oyen (coördinator) haar reflecties. Ze pleitte voornamelijk voor een kinderrechtenperspectief op beleid en in verschillende sectoren. Zo kwam de ijsberg ter sprake, bewustwording van je kindbeeld en het feit dat kinderen en jongeren volwaardige medeburgers zijn.

In de sessie Vrije Tijd was Zeno Nols (projectcoördinator Komaf) deel van het panel. Volgende vraag stond centraal: hoe kan de sector de vrijetijdskansen van kinderen en jongeren die nu minder deelnemen verhogen? Vanuit het gesprek bleek onder andere dat ook andere beleidsdomeinen, zoals armoedebestrijding en sociaal beleid, een verantwoordelijkheid hebben om concrete vrijetijdskansen te garanderen.

Een greep uit de inzichten

We delen enkele cijfers en een inkijk in de uitwisseling die plaatsvond bij de thema’s.

Welbevinden en mentale gezondheid

  • Er is veel bezorgdheid over welbevinden en mentale gezondheid na de impact van de coronapandemie. Uit de cijfers blijkt echter dat een meerderheid van de jongeren relatief hoog scoort op algemene tevredenheid. Kritische stemmen in het publiek stellen zich de vraag of we niet te positief kijken naar de cijfers. Wat als je de 12,6 % jongeren die niet (helemaal) akkoord gaan met de stelling ‘ik ben blij met mijn leven’ extrapoleert naar de samenleving? Dit is een grote groep. Ook weerspiegelt de gelegde link met COVID een focus op de volledige Vlaamse jeugd, die de moeilijkheden buiten beeld laten voor jongeren in situaties die niet enkel door de pandemie uitgedaagd zijn.

  • Jongeren ervaren vrij veel sociale aansluiting of aanvaarding door hun leeftijdsgenoten op school. Het grootste deel van de jongeren geeft bijvoorbeeld aan plezier te maken op school. En toch springen ook hier een aantal cijfers in het oog: iets meer dan 1 op 10 leerlingen geven aan (helemaal) akkoord te gaan met de stelling: ‘ik heb op school weinig vrienden.’ En ongeveer één op de vijf leerlingen voelt zich vaak ongelukkig op school.

  • Veerkracht en coping kregen vanaf deze monitor meer aandacht. Ook Els Meert (Agentschap Opgroeien) zoomde hierop in tijdens haar reflecties. Zo gaf ze aan dat jongeren negatieve elementen hebben in hun toekomstvisie, denk maar aan oorlogen en crisissen. Dit heeft effect op hun coping en daar moeten we aandacht voor hebben.

Vrijwillig engagement

  • 1 op 3 jongeren engageert zich vrijwillig in een formele context, waarvan heel wat jongeren op regelmatige basis. De meeste van deze engagementen gebeuren in de jeugdwerking of een sportcontext. De motivaties die jongeren opgeven voor deze engagement zijn vooral de match met hun waardenkader, de wens om een beter begrip van de wereld of samenleving te begrijpen en zelfontwikkeling, en pas in laatste instantie een financiële motivatie. De redenen waarom jongeren géén vrijwillige engagementen opnemen zijn vooral een gebrek aan tijd en verder ook niemand kennen die dit wel doet.

  • De JOP-monitor benadrukt sterk dat een eenzijdige focus op deze formele context van vrijwilligerswerk een vertekend beeld geeft. Er zijn immers ook zeer veel jongeren die zich op een informele manier inzetten. Zo neemt maar liefst 14% van de bevraagde jongeren een vorm van mantelzorg op. Een terugkerende bedenking in de focusgroep was dat reflecties op de concrete realiteit van deze engagement het idee van ‘vrijwilligheid’ in vraag stellen. In het formele circuit is er niet altijd een duidelijke afbakening tussen vrijwillig en betaald werk, bv. bij speelpleinwerkers die een (lage) vergoeding krijgen maar tegelijkertijd wel vooral door engagement gedreven worden. Anderzijds mogen we er van uit gaan dat heel wat jongeren niet echt vrijwillig mantelzorg op zich nemen, maar eigenlijk geen andere keuze hebben. Vrijwillige engagementen door jongeren zijn daarom niet zonder meer toe te juichen, maar kunnen ook het resultaat zijn van diepere maatschappelijke problemen.

Vrije tijd

  • Er zijn systematische en grote ongelijkheden wat betreft de deelname aan de vrije tijd. Jongeren die deel uitmaken van een gezin dat financieel moeilijk rondkomt (gezinsinkomen), jongeren met ouders zonder diploma lager onderwijs, jongeren uit arbeidsmarktgericht opleidingen, jongeren met een buitenlandse achtergrond en jongeren die beperkt zijn door een handicapsituatie of ziekte nemen minder vaak deel. Vooral de eerste twee groepen (respectievelijk 13,2% en 1,9%) hebben meer kans om zich niet welkom te voelen op plekken waar ze naartoe willen gaan in hun vrije tijd. Wanneer het gaat over jezelf op je gemak voelen, geven jongeren die deel uitmaken van een gezin dat financieel moeilijk rondkomt (16,8%) en jongeren die beperkt zijn door een handicapsituatie of ziekte (16,2%) vaker aan zich niet op hun gemak te voelen. Hun vrijetijdskansen zijn dus beperkter dan andere jongeren.

Suggesties voor verdere analyses en onderzoek

JOP zal verdere verdiepende analyses uitvoeren en onderzoek doen naar trends en evoluties door de resultaten te vergelijken met voorgaande edities. De inspiratiedag diende als startpunt van dialoog om een impuls te geven aan verdere analyses en onderzoek. Wij delen graag enkele ideeën:

  • Het kan interessant zijn om in de verdere analyses oog te hebben voor de diversiteit van jongeren vanuit een intersectioneel perspectief. Bijvoorbeeld, het kruisen van data zoals jongeren die opgroeien in armoede én jongeren met een handicapsituatie of ziekte én een buitenlandse achtergrond kan mogelijke nog andere verschillen en inzichten blootleggen. Het kan helpen om nieuwe onderzoeksreflecties en praktijk- en beleidsaanbevelingen te formuleren.

  • Sommige onderwerpen krijgen door de sterke thematische opdeling weinig ruimte. Verder onderzoek naar bijvoorbeeld racisme of identiteitsvorming bij kinderen en jongeren is dan ook belangrijk. Bij de verdere analyses van de cijfers van de staat van de jeugd lijkt het ons belangrijk om verder in te zoomen op dergelijke ‘leefwereldthema’s’.

We voegden het boek toe aan onze KeKi-bib. Interesse om het in te kijken of uit te lenen? Stuur dan een mailtje naar info@keki.be

PXL_20240213_141134408.PORTRAIT.ORIGINAL