Terugblik op het Jaarverslag Commissie van Toezicht voor Jeugdinstellingen

Op woensdag 27 maart was KeKi aanwezig op de voorstelling van het jaarverslag van de Commissie van Toezicht voor jeugdinstellingen. Katleen Adams, bachelorstudente Criminologie, volgt haar stage bij KeKi, was aanwezig en blikt terug.

Het werd vrijwel meteen duidelijk tijdens het openingsgesprek tussen moderator Xavier Taveirne, kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens en parlementsvoorzitter Liesbeth Homans: het jaarverslag is een belangrijk document. Mede hierdoor kan het parlement de vinger aan de pols houden over de stand van zaken in de voorzieningen die gesloten opvang aanbieden. Zo kan de stem van kinderen en jongeren die in gesloten opvang wonen ook gehoord worden.

De samenleving kiest voor geslotenheid

Een opvallende vaststelling is dat de samenleving steeds meer voor geslotenheid kiest: op 20 jaar tijd gingen we van 100 jongeren in gemeenschapsinstellingen naar bijna 500 jongeren in gemeenschapsinstellingen en het Vlaams detentiecentrum in Vlaanderen alleen. Er werd ook kort stilgestaan bij enkele positieve vaststellingen en evoluties, maar ook bij uitdagingen – waarvan sommige hardnekkige. Zo hebben jongeren een enorme waardering voor hun begeleiders en voor het onderwijs dat er gegeven wordt. Anderzijds wordt er weinig rekening gehouden met het voor- en natraject van de jongere. Sommige jongeren blijven bijvoorbeeld in een instelling, ook al is het doel van de plaatsing reeds bereikt. Jongeren hebben ook geen zekerheid over het traject: er zijn jongeren die pas voor het eerst horen dat ze niet meer naar huis mogen in de instelling zelf.

Nood aan meer personeel en continuïteit

In het een panelgesprek tussen verschillende mensen uit de sector, enkele maandcommissarissen en twee begeleiders, bleek dat er nood is aan meer personeel, maar vooral aan continuïteit. Jongeren moeten de kans krijgen een band te kunnen opbouwen met een leefgroepbegeleider, maar helaas stoppen begeleiders snel met de job. De campusverantwoordelijke van De Markt stipte aan dat er ook positieve evoluties zijn: in deze gemeenschapsinstelling is men nu bezig met nieuwe vrijetijdsprojecten, zoals een toneelvoorstelling en een samenwerking met KRC Genk.

De voorstelling sloot af met een beschouwing van de adjunct kabinetschef welzijn en jeugd van het departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin, die stelde dat het belangrijk blijft te reflecteren wat de juiste plek is voor kinderen en jongeren.

Wat sprong bij Katleen, stagiair bij KeKi, extra in het oog?

Binnen het criminologische domein heb ik interesse voor zowel jeugdrecht als penologie. Ik was dan ook blij dat ik tijdens het lezen van het jaarverslag de brug kon maken tussen beiden. Bij het lezen van het jaarverslag viel me op dat in gemeenschapsinstellingen de (naakt)fouilles niet gereguleerd zijn:

“Sommige voorzieningen voeren ze alleen nog uit als ze vermoeden dat een jongere iets probeert binnen te smokkelen. Anderen doen het, naast de eerste keer dat de jongere de voorziening binnenkomt, ook telkens wanneer de jongere buiten is geweest of na elk bezoekmoment”.

De voorzieningen kunnen dus zelf kiezen hoe vaak ze een fouille toepassen, dit in tegenstelling tot gevangenissen, die hierbij strikt beperkt zijn (geen systematische naaktfouille mogelijk; enkel mogelijk na individueel besluit van de gevangenisdirecteur). De (naakt)fouilles worden door de jongeren ook als invasief, vernederend en beschamend ervaren. In sommige voorzieningen gebeuren deze fouilles zelfs in ruimtes waar camera’s aanwezig zijn. Hierbij kunnen er dus rechten van kinderen geschonden worden. Het is dan ook vreemd dat er geen regelgevend kader bestaat over (naakt)fouilles bij kinderen, terwijl zij net meer beschermd zouden moeten worden.