Terugblik | Slotevent Panda-project: over participatie van jonge kinderen in de jeugdhulp
De plaats en rol van kinderen in de samenleving is sterk veranderd de laatste 25 jaar volgens Bruno Vanobbergen, één van de openingssprekers op de conferentie. Kinderen zijn studenten, patiënten, consumenten, burgers, werkenden … Kinderen nemen een belangrijke rol op in onze maatschappij. De participatie van kinderen is niet enkel zinvol en belangrijk. Het is een recht. De participatie van kinderen is dus niet vrijblijvend.
Tijdens de conferentie namen we deel aan lezingen van Agentschap Opgroeien, het Kinderrechtencommissariaat, het PANDA-project en onderzoekers. We gaven zelf een workshop over de verbinding tussen participatie en het belang van het kind. We delen onze ervaringen en geleerde lessen.
Het Panda-project
Participatie van het jonge kind in de jeugdhulp
Hoe jonger het kind, hoe sneller ervan uitgegaan wordt dat het kind niet in de mogelijkheid is om te participeren. PANDA ging daarom op zoek naar tools en methodes die de participatie van jonge kinderen in de jeugdhulp kunnen versterken. Het eindresultaat van het project is de website REACCH waar informatie verzameld wordt. Je vindt er een bibliotheek, analyses en verdere ondersteuning voor het betrekken van kinderen.
Onderzoek
Participatie van het jonge kind: wat zijn de drempels?
Aan goede intenties geen gebrek, maar die staan in contrast met de drempels die hulpverleners ervaren bij het toepassen van de participatierechten in de praktijk.
De vraag is: hoe komt het dat hulpverleners deze drempels ervaren? Karen Winter deed onderzoek naar huisbezoeken van sociaal werkers. Sociale werkers kijken bij een huisbezoek naar verschillende elementen van het gezin: de ouders of opvoedingsverantwoordelijken, de context van het gezin in het algemeen en sociaal structurele uitdagingen zoals armoede of discriminatie. Het jonge kind verdwijnt in deze context vaak op de achtergrond. En als het jonge kind wel gezien wordt, is er vaak geen interactie.
Eén van de redenen hiervoor, naast te weinig tijd, opleiding, vertrouwen … , zijn bepaalde overtuigingen die leven bij volwassenen. Karen Winter identificeerde volgende overtuigingen om jonge kinderen niet te betrekken:
Kinderen kunnen ons niet veel vertellen (vragen over de competenties van kinderen)
We moeten kinderen niet te veel vragen (angst om pijn te doen)
We kunnen ze niet te veel vragen (risico vermijden)
We weten niet hoe we het ze moeten vragen (mystiek)
Het is moeilijk om te horen, dus vragen we er niet naar (zelfbescherming)
Behoeftegerichte aanpak (de prioriteiten liggen ergens anders)
Om deze drempels te overkomen moeten eigen waarden, kennis en vaardigheden uitgedaagd worden. Ook bij KeKi kijken we verder dan het juridische. Binnen het maatschappelijke luik wordt de focus gelegd op het relationele aspect van kinderrechten. Deze insteek benadrukt dat kinderrechten vooral vorm en betekenis krijgen in de dieperliggende manier waarop we met kinderen en jongeren omgaan, bijvoorbeeld hoe we naar hen kijken en hoeveel macht we al dan niet op hen uitoefenen.
Het verlies van de focus op het kind
Na afloop van het event las KeKi volgend onderzoek dat ook gelinkt is met participatie en bijhorende uitdagingen:
Koziel, S. and others. (2023). Failures in the Child Perspective Social Workers’ Experiences of Losing Focus of the Child. The International Journal of Children’s Rights, 31, 352-377. DOI 10.1163/15718182-31020006.
Het onderzoek van S. Koziel en anderen (2023) verklaart de onzichtbaarheid, non-participatie of beperkte participatie van kinderen bij sociaal werkers door het verliezen van de focus op het kind in hun werk.
“All social workers had experiences in their everyday practice of losing focus of the child, which was understood as not being able to involve the child in meetings or decisions that had implications for the child’s everyday life.” (Sylwia Koziel e.a., 2023, p. 359)
Dit is volgens de onderzoekers onder andere te wijten aan de dominantie van volwassen-gecentreerde praktijken, waar het kindperspectief en participatie van kinderen niet voldoende in verankerd zijn. Er spelen veel verschillende belangen, waarbij het kind soms op de achtergrond verdwijnt.
“The social workers in our study described it as a challenge for them to establish an alliance with parents and other adults considered as key actors while at the same time letting the child be the main actor.” (Sylwia Koziel e.a., 2023, p. 371)
De onderzoekers spreken over de participatie van kinderen als een dilemma in het sociaal werk:
“Children’s participation in practice presents a dilemma closely tied to the tension between the positioning of children as passive objects in need of care versus the positioning of children as active subjects with the right to participation.” (Sylwia Koziel e.a., 2023, p. 354)
In het onderzoek belichten ze de ervaring van sociaal werkers die werken met een kindperspectief en met kinderparticipatie aan de hand van diepte-interviews in Zweden. Volgens de onderzoekers is er nood aan meer kindgerichte methodes. Ook moet het actorschap van kinderen erkend worden.
“Children’s agency is achieved by recognising the complexity of communicating with children and acknowledging individual children’s cognitive capacity, feelings and skills in individual situations.” [Sylwia Koziel e.a., 2023, p. 374]
Download: Koziel, S. and others. (2023). Failures in the Child Perspective Social Workers’ Experiences of Losing Focus of the Child.
KeKi-workshop
Participatie en het belang van het kind gaan hand in hand
Het belang van het kind (artikel 3 IVRK) moet worden ingevuld vanuit de participatierechten van kinderen. Om vanuit kinderrechten te definiëren wat het belang van het kind is, moet er ruimte worden gemaakt voor kinderen om zelf aan te geven hoe zijn hun eigen context zien en ervaren. Hiermee ging KeKi aan de slag tijdens de workshop “Het belang van het kind – een reflectief stappenplan voor de jeugdhulp” waarin ook het stappenplan aan bod kwam.
Het belang van het kind in één woord, volgens de deelnemers:
Veilige thuishaven | Inspraak | Nabijheid | Agency | Participatie | Kind centraal | Richtinggevend | Te ontdekken | Kansen geven | Kind moet een kind kunnen zijn | Keuze | Niet evidente evidentie | Veiligheid | Ontwikkeling | Gehoord worden | Intrinsieke motivatie | Samen met het kind | Omgeving | Passe partout: een sleutel die overal op past | Geluk | Flexibiliteit | Welzijn | Centraal | Veiligheid
Hoewel veiligheid en de stem van het kind prominent naar voor komen in de woordenwolk, zien we dat er verschillende opvattingen bestaan over het belang van het kind. Vanuit eerder onderzoek van KeKi is namelijk duidelijk dat onderliggende ideeën over kindertijd en de eigenschappen van kinderen wel degelijk een rol kunnen spelen in het bepalen van het belang van het kind. Zo werd aangegeven dat kinderen ook gewoon 'kind' moeten kunnen zijn en zich zo moeten kunnen voelen en gedragen. Ze zouden zo min mogelijk geconfronteerd mogen worden met zware verantwoordelijkheden die hun 'kind zijn' in het gedrang kunnen brengen. Het is in hun belang te kunnen groeien, dromen en hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
We vinden het daarom bij KeKi essentieel dat professionals eerst reflecteren over hun eerste reflex en het kader waarnaar ze refereren, alvorens ze samen aan de slag gaan rond een specifieke case. Een professional die het belang van het kind bijvoorbeeld voornamelijk invult vanuit veiligheid zal andere keuzes maken dan iemand die ontwikkeling een belangrijk uitgangspunt vindt.
We kunnen ons dus afvragen wat er gebeurt als de benadering met een focus op behoeften of bescherming de overhand neemt bij de bepaling en beoordeling van het belang van het kind? Of omgekeerd: als we enkel oog hebben voor actieve deelname en actorschap van het kind?
Enkele zaken die we als organisatie meenemen
Ook bij jonge kinderen is participatie in het bepalen van het belang van het kind niet vrijblijvend. Er wordt aangegeven dat er nog te vaak over de hoofden van kinderen wordt gehandeld. De beschermingsreflex is hierbij een valkuil. Deelnemers vinden het nodig om transparant te werken met alle betrokkenen en bevestigen de nood aan een vertrouwensfiguur bij het jonge kind die het kindperspectief binnenbrengt.
Informatie is essentieel en net dat is niet altijd evident bij jonge kinderen. Het vraagt volgens de deelnemers kunde om complexe situaties te beschrijven. Als oplossing wordt verwezen naar visualisaties of informeel contact waardoor je beter kan inschatten welke informatie noodzakelijk is.
Participatie hoeft niet altijd in gesprek gaan zijn. We weten niet altijd op welke manier kinderen betrokken willen worden. Als een kind vraagt om een gesprek te verlaten is dat ook participatie. Deelnemers gaven aan veel te observeren bij jonge kinderen en daaruit te leren. De deelnemers werden er zich doorheen de workshop meer van bewust dat ook dit gekleurd kan zijn.
Participatie vraagt om terugkoppeling. Deelnemers benoemen dit als “tonen dat je het niet lost”. Opvolging en het toelichten van de beslissing blijft een uitdaging.
Professionals hebben goede intenties maar oplossingen zijn niet eenvoudig te vinden in de praktijk. Structurele drempels staan nog vaak in de weg (bv. tijd kunnen nemen, wachtlijsten, gebrek aan aanbod). Ook ontstaat er complexiteit wanneer meerdere kinderen uit één gezin betrokken zijn. Hoe belangen verzoenen? Hoe neutraal informeren over hun positie? Individueel of samen?
KeKi zet in op de verankering van het belang van het kind in Vlaanderen in de jeugdhulp:
Oproep: In de jeugdhulp | Keuzes maken in het belang van het kind: eenvoudig of niet?
Jaarlijks Kennisevent KeKi: Het belang van het kind in de jeugdhulp.