• Kennisartikel
  • Kinderrechten algemeen
Type:
  • Kennisartikel
Thema:
  • Kinderrechten algemeen

Wie moet kinderrechten realiseren?

Wanneer je als staat een verdrag ratificeert, heb je bepaalde verplichtingen.

Het realiseren van kinderrechten gaat om

  • respecteren: zelf geen rechten schenden

  • beschermen: ervoor zorgen dat anderen geen rechten schenden

  • waarborgen: het faciliteren, promoten of voorzien van deze rechten.

Om kinderrechten te realiseren, is vooral de staat aan zet. Dit betekent niet dat anderen, zoals ouders, professionals en bedrijven, geen verplichtingen hebben op het vlak van kinderrechten. Integendeel.

De staat

Internationale en regionale mensenrechtenverdragen scheppen verplichtingen voor staten.

In artikel 4 van het Kinderrechtenverdrag staat het als volgt: De Staten die partij zijn, nemen alle nodige wettelijke, bestuurlijke en andere maatregelen om de in dit Verdrag erkende rechten te verwezenlijken.

In het geval van België slaat ‘de staat’ zowel op

  • de federale staat,

  • de verschillende deelstaten: de gemeenschappen en gewesten,

  • de provincies

  • en de lokale besturen.

De staat bestaat uit alle instellingen die onder de wetgevende macht (de parlementen, provincie- en gemeenteraden), uitvoerende macht (ministers, provinciegouverneurs, burgemeesters en schepenen) en de rechterlijke macht (hoven en rechtbanken) vallen.

Als een staat functies delegeert of uitbesteedt aan private bedrijven of non-profit organisaties, draagt de staat nog steeds de eindverantwoordelijkheid. Het VN-Kinderrechtencomité maakt dit duidelijk in zijn Algemene Commentaar nr. 16.

Een voorbeeld:

  • Het is traditioneel de staat die moet zorgen voor de veiligheid. Deze taken worden ook uitbesteed aan private bedrijven, zoals het uitbaten van transitiehuizen, het transport van gevangenen en politieopdrachten. Deze bedrijven hebben dezelfde kinderrechtenverplichtingen.

Ouders, voogden en de uitgebreide familie

Het Kinderrechtenverdrag stelt expliciet dat ouders, voogden en de uitgebreide familie verplicht zijn om kinderrechten te realiseren. Dit lees je in artikels 3, 5, 18 en 27 van het verdrag. Het Verdrag gaat daarmee verder dan andere mensenrechtenverdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Het is niet duidelijk waar de verplichtingen van ouders, voogden en andere familieleden eindigen en waar die van de staat beginnen. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de staat liggen.

Een voorbeeld:

  • Volgens artikel 18 IVRK dragen beide ouders de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind, maar is het aan de staat om hen hierbij te ondersteunen. Zo zijn er verschillende organisaties waar je terecht kan bv. Kind & Gezin, CLB …

    De expliciete rol van ouders, voogden en andere familieleden in het kinderrechtenverdrag, wordt zowel gewaardeerd als bekritiseerd:

    • Het voelt logisch dat families een belangrijke rol spelen bij het realiseren van de rechten van het kind.

    • Anderzijds veronderstelt het dat alle kinderen familie hebben.

    Er wordt ook niet ingegaan op het scenario waarbij de rechten en belangen van ouders conflicteren met die van hun kinderen.

Een voorbeeld:

  • Iedereen heeft het recht op familieleven (artikel 8 EVRM). Wanneer er sprake is van een verontrustende opvoedingssituatie, kan de jeugdrechter in het belang van het kind echter beslissen om het kind niet langer thuis te laten wonen (artikel 9 IVRK).

Familie
Bedrijven

Ook bedrijven

Naast de bedrijven die overheidstaken uitvoeren, spelen ook anderen een belangrijke rol.

Bedrijven kunnen een zowel een positieve als negatieve impact hebben.

Bijvoorbeeld

  • Het recht op gezondheid: farmaceutische bedrijven kunnen zowel het recht op gezondheid realiseren door nieuwe medicatie te ontwikkelen, maar kunnen tegelijk een bedreiging vormen door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat ze teveel of onnodige medicatie innemen.

Bedrijven hebben niet automatisch verplichtingen om kinderrechten te realiseren. Wél is de staat aan zet om maatregelen te nemen.

  • Voorbeelden van maatregelen:

    • het inrichten van industriële zones die afgescheiden zijn van woonzones

    • het opleggen van filters om de uitstoot van fabrieken te zuiveren

    • het uitvoeren van tests op de omgeving om de mogelijke negatieve impact in kaart te brengen

    • ...

Het VN-Kinderrechtencomité gaat dieper in op kinderrechtenverplichtingen van bedrijven en de overheidsmaatregelen die hiervoor nodig zijn in zijn Algemene Commentaar nr. 15 en 16. Het erkende bijvoorbeeld de grote impact van de farmaceutische sector op de gezondheid van kinderen. Het roept farmaceutische bedrijven dan ook op om maatregelen te nemen die zorgen voor een betere toegang tot medicatie voor kinderen.

Er gaan ook stemmen op dat bedrijven directe verplichtingen moeten krijgen. Dan zouden er geen maatregelen van de overheid nodig zijn. Sinds 2014 wordt geschreven aan een internationaal bindend verdrag met mensenrechten- en kinderrechtenverplichtingen voor bedrijven.

Iedereen kan iets betekenen

Het realiseren van kinderrechten ligt uiteraard niet enkel bij de staat, de ouders, de voogd en de familie van het kind. Ook anderen hebben een rol te spelen in de realisatie van kinderrechten, zoals bijvoorbeeld scholen en jeugdwerkorganisaties.

De overheid moet er dus voor zorgen 

  1. dat het zelf kinderrechten realiseert

  2. én dat burgers in relatie tot kinderen en jongeren ze realiseren.

Bijvoorbeeld:
Artikel 16 IVRK garandeert het recht op privacy.

  1. Een overheid moet dit respecteren, beschermen en waarborgen.

    • Respecteren: ze mogen zich niet inmengen in het privéleven van kinderen en jongeren.

    • Beschermen: ze moeten ervoor zorgen dat anderen het recht niet schenden. Er is bijvoorbeeld wetgeving die bepaalde vormen van privacyschending strafbaar stelt.

    • Waarborgen: ze moeten ervoor zorgen dat kinderen en jongeren hun privacyrechten kennen.

    Wanneer de staat bijvoorbeeld niet voldoende werk maakt van het beschermen van het recht op privacy, kan een burger de staat aanklagen, bijvoorbeeld bij een rechtbank.

     

  2. Dit betekent dat een burger zich kan beroepen op het recht op privacy ten aanzien van een andere burger. Bijvoorbeeld, wanneer iemand een foto van jou maakt en verspreidt zonder jouw toestemming, kan je hiertegen klacht indienen bij de politie.

Lees meer

Bronnen

  • UN Committee on the Rights of the Child, General Comment No. 5 (2003) on General measures of implementation of the Convention on the Rights of the Child (arts. 4, 42 and 44, para. 6), CRC/GC/2003/5.

  • UN Committee on the Rights of the Child, General Comment No. 15 (2013) on the right of the  child to the enjoyment of the highest attainable  standard of health (art. 24), CRC/C/GC/25.

  • UN Committee on the Rights of the Child, General Comment No. 16 (2013) on State obligations regarding the impact of the business sector on children’s rights, CRC/C/GC/16.

  • Vandenhole W. et al (2019). Children’s rights. A Commentary on the Convention on the Rights of the Child and its Protocols. Cheltenham, Edward Elgar Publishing Limited.