• Kennisartikel
  • Kinderrechten algemeen
Type:
  • Kennisartikel
Thema:
  • Kinderrechten algemeen

Wat is het kinderrechtenverdrag?

Het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), ook gekend als het Kinderrechtenverdrag, is de belangrijkste en meest gekende bron van kinderrechten. België heeft, net zoals veel andere staten, het Kinderrechtenverdrag bekrachtigd.

  • Het verdrag bestaat uit 54 artikelen waarvan 41 rechten.

  • Het is een juridisch bindend instrument.

  • 196 staten ratificeerde het verdrag en besloten dus zich te houden aan de regels die het verdrag voorschrijft.

  • Enkel de Verenigde Staten van Amerika ratificeerde het verdrag niet. 

Een verdrag met een ruime inhoud

Alle kinderen tot 18 jaar

Het Kinderrechtenverdrag is van toepassing op alle kinderen tot 18 jaar.

Vanaf wanneer de rechten in het verdrag van toepassing zijn, staat niet letterlijk vermeld. Over het algemeen wordt aangenomen dat het verdrag in werking treedt vanaf de geboorte.

In de preambule van het verdrag wordt wel het belang van bijzondere bescherming en zorg van het kind, zowel voor als na de geboorte, opgenomen.

Geen hiërarchie

Alle rechten staan op een gelijk niveau: er is geen hiërarchie. Ze zijn ondeelbaar en moeten in hun geheel bekeken en geïnterpreteerd worden.

Algemene principes

Het VN-Kinderrechtencomité werkte Algemene Commentaar nr. 5 uit waarin ze verduidelijken hoe staten verplichtingen uit het Kinderrechtenverdrag kunnen verwezenlijken. Ze duiden vier principes aan die worden beschouwd als belangrijk voor de interpretatie en uitvoering van kinderrechten:

  1. non-discriminatie (artikel 2 IVRK): alle rechten zijn van toepassing op alle kinderen, zonder uitzondering of onderscheid.

  2. het belang van het kind (artikel 3 IVRK): de belangen van het kind moeten de eerste overweging zijn wanneer er maatregelen genomen worden die invloed hebben op het leven van het kind.

  3. het recht op leven, overleven en ontwikkelen (artikel 6 IVRK): alle kinderen hebben een recht om op te groeien in zo goed mogelijke levensomstandigheden zodat ze kunnen  (over)leven en zich kunnen ontwikkelen.

  4. het recht op participatie (artikel 12 IVRK): het kind moet hun mening kunnen geven en bij een belangrijke beslissing over het kind moet er met deze mening ook rekening gehouden worden.  

Burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten

Het Kinderrechtenverdrag bestaat uit 54 artikelen waarvan 41 rechten. De overige gaan over toezicht en rapportage. Je vindt een overzicht op de website van unicef.

De rechten opgenomen in het verdrag worden op verschillende manieren in groepen verdeeld:

  • De rechten worden gegroepeerd onder de drie P’s:

    • protection rights (beschermingsrechts), bv. het recht op bescherming tegen geweld

    • participation rights (participatierechten), bv. het recht om gehoord te worden over beslissingen over je eigen leven

    • provision rights (voorzieningsrechten) bv. het recht op voedsel

Sommigen spreken van een vierde P: prevention rights (preventierechten) bv. het recht op juridische bijstand

  • Een verdeling volgens de categorie waaronder ze vallen:

    • burger- en politieke rechten, bv. het recht op privacy

    • economische, sociale en culturele rechten bv. het recht op een toereikende levensstandaard

    • collectieve rechten bv. het recht op zelfbeschikking

Facultatieve protocollen

Er zijn ook officiële aanvullingen op het verdrag: de facultatieve protocollen. Deze focussen op een thema en omvatten extra artikelen. Het is niet verplicht voor de lidstaten van het verrdag om zich hierbij aan te sluiten. Eenmaal ze zich aansluiten, zijn de gevolgen hetzelfde als bij een internationaal verdrag.  

De facultatieve protocollen gaan over:

  1. de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie

  2. de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten

  3. een individuele klachtenprocedure

België heeft zich verbonden aan alle drie de protocollen.

Een internationaal juridisch bindend verdrag

Het Kinderrechtenverdrag is internationaal juridisch bindend en schrijft verschillende verplichtingen voor. Staten hebben de verplichting om de rechten opgenomen in het verdrag te respecteren, beschermen en waarborgen.

De verplichting om rechten …

  • te respecteren betekent dat staten ‘zelf geen schendingen mogen plegen en mensen niet mogen belemmeren in de uitoefening van hun mensenrechten’
    Bv. Staten moeten zich algemeen gesproken onthouden van censuur om het recht op vrije meningsuiting te respecteren.

  • te beschermen betekent dat staten acties moeten nemen om individuen te beschermen tegen een schending van hun rechten.
    Bv. Regels over het straffen van huiselijk geweld beschermen kinderen hun recht op bescherming tegen geweld.

  • te waarborgen houdt in dat staten de nodige juridische, administratieve, politieke en andere maatregelen moeten nemen om een omgeving te voorzien waarin mensenrechten gerealiseerd kunnen worden.
    Bv. Staten moeten voorzien in regelgeving voor een voldoend juridisch systeem waar de kinderrechten effectief afgedwongen kunnen worden, zoals onafhankelijke rechtbanken.

Staten hebben een ruime vrijheid over hoe ze voldoen aan hun verplichtingen (margin of discretion).  

In eerste instantie zijn de gevolgen van het Kinderrechtenverdrag vooral een internationale verplichting.

De staten worden internationaal niveau gecontroleerd door het VN-Kinderrechtencomité.

Lees meer

Bronnen

  • Belser E.M. et al (eds.) (2009). Sourcebook on International Children’s Rights. Zwitserland, Stämpfli Publishers.

  • Bronkhorst D. en Nazarski E. (2018). Mensenrechten. Amsterdam, AUP.

  • Buck T. (ed.) (2011). International child law (ed. 2). Oxon, Routledge.

  • CEDER (2018, maart). Het kind. Christen-Democratische Reflecties.

  • De Bondt W. (2022). Reader Rechten van het Kind (ed. 4). Gent.

  • Lembrechts S. (2018). Een topje van de ijsberg? Kinderrechten juridisch en maatschappelijk vormgeven in Vlaanderen. Christendemocratische reflecties (CDR) 6 (1).

  • Liefaard T. en Sloth-Nielsen J. (eds.) (2017). The United Nations Convention on the Rights of the Child: taking stock after 25 years and looking ahead. Leiden, Brill.

  • Nowak M. (ed.) (2012). All Human Rights for All: Vienna Manual on Human Rights. Intersentia.

  • Reynaert D. (2011). Kinderrechten: springplank of struikelblok?: naar een kritische benadering van kinderrechten. Antwerpen, Intersentia.

  • United Nations Human Rights Office of the High Commissioner (2013). Individual complaint procedures under the united nationals human rights treaties. Fact Sheet No. 7/Rev. 2. New York, United Nations.

  • Van Bueren G. (1995). The international law on the rights of the child. Dordrecht, Martinus Nijhoff Publishers.

  • Vandenhole W. (ed.) (2008). Kinderrechten in België. Antwerpen, Intersentia.

  • Vandenhole W. et al (eds.) (2015). Routledge International Handbook of Children’s Rights Studies. Verenigd Koninkrijk, Routledge.

  • Vandenhole W. et al (2019). Children’s rights. A Commentary on the Convention on the Rights of the Child and its Protocols. Cheltenham, Edward Elgar Publishing Limited.

  • Vanheule D. (2019). Hoe vind ik recht? Antwerpen, Maklu.

  • Verhellen, E. (2000). Verdrag inzake de rechten van het kind: Achtergronden, motieven, strategieën, hoofdlijnen. Antwerpen, Garant.

  • Verhellen, E. (2008). Het Verdrag inzake de rechten van het kind meerderjarig. Enkele beschouwingen over de implementatie in België. Tijdschrift Jeugd- en Kinderrechten, 2008/1, 11-40.